Stuifmeel is voor bijen en veel andere insecten de bron van eiwitten, vetten, mineralen en vitaminen. Niet alle essentiële voedingsstoffen zijn in elke drachtplant aanwezig. Een voldoende gevarieerd aanbod zorgt ervoor dat bijen gezond blijven.
Schattingen van de stuifmeelbehoefte van een honingbijenvolk lopen sterk uiteen: tussen de 10 en 60 kg per jaar. De behoefte aan stuifmeel hangt af van de grootte van het volk en de ontwikkeling. Omdat het volk in de zomer groter wordt neemt de behoefte toe. Wanneer er een zwerm gevormd wordt neemt de behoefte van het oude volk weer tijdelijk af omdat het volk kleiner is en er geen broed aanwezig is.
Nectar is voor veel insecten een energiebron om te vliegen. Honingbijen zetten nectar om in voedersappen voor de larven of slaan honing op voor later gebruik.
Niet alleen honingbijen profiteren van meer nectar- en stuifmeel in het landschap. Ook wilde bijen en veel nuttige insecten als zweefvliegen, bloemwantsen, vlinders en kevers en gaasvliegen zijn direct afhankelijk van nectar- en stuifmeel. Al deze soorten hebben hun eigen specifieke drachtplanten afhankelijk van o.a. bloemvorm, habitat en levenscyclus.